• Welkom bij Amputee Care Center

  • powered by Spronken

Protheseverzorging

1Q1A6608

Evaluatieprothese en de definitieve prothese

In samenspraak met de arts en zijn team wordt er na de amputatie bepaald of de littekens voldoende geheeld zijn en/of de stomp een lichte belasting kan verdragen. Wanneer de stomp vervolgens protheseklaar is, wordt er gestart met de evaluatieprothese.

De evaluatieprothese dient om zo snel als mogelijk de patient te verticaliseren en te mobiliseren. Met deze prothese leert u weer rechtstaan en uw eerste stappen maken.

Samen met de arts en zijn team wordt er tijdens het revalideren gekeken of de stomp zich gestabiliseerd heeft betreffende de littekens, het volume en de stand van de stomp. Afhankelijk van deze elementen, wordt er beslist in welke activiteitengroep de patient zich zal situeren en kan er gewerkt worden aan een definitieve prothese.

De definitieve prothese kan pas gemaakt worden na 6 maanden. Van te voren wordt er bepaald, in samenspraak met het multidisciplinair team, tot welke activiteitengroep de prothesedrager behoort. De groepsindeling bepaalt voor welk soort prothesecomponenten u een terugbetaling kan ontvangen van uw ziektezorgverzekering. Voor de actievere beenprothese gebruikers is er tegenwoordig de mogelijkheid om computergestuurde protheseknieën vergoed te krijgen. Hiervoor moet de gebruiker voldoen aan een aantal functionele testen.

Als prothesegebruiker is het van groot belang dat je prothesist een goed zicht heeft op je noden en behoeften, en dat je voor de volle 100% kunt vertrouwen op de expertise van je prothesist. 

Heb je specifieke vragen over alles wat met prothesen heeft te maken, neem dan snel contact op met onze collega's!

Hoe wordt een prothese aangemeten en vervaardigd?

Afhankelijk van het soort prothese zijn er verschillende methodes mogelijk om de meest exacte maatname te voorzien. Naast de klassieke gipsmaatname, zetten we vandaag meer en meer in op digitale maatnames waarbij het lidmaat gescand wordt met een 3D-scanner.

De afdruk van het lidmaat (het negatief) wordt vervolgens gebruikt om een kopie (het positief) te maken van de stomp. Hierop wordt vervolgens de prothesekoker vervaardigd wordt.

Het meest gebruikte type prothesekoker is een gelamineerde koker. Tijdens dit productieproces wordt er een combinatie gemaakt van tricot, glas- en/of koolstofvezel en acrylhars. Het eindresultaat is een composiet. De mechanische eigenschappen van deze koker garanderen een veilig gebruik van de prothese, met name voor prothesen van het onderste lidmaat. Proefkokers of kokers ter evaluatie van de pasvorm worden meestal in plastic gemaakt.

Wat betreft beenprothesen zetten we vandaag sterk in op het aanleveren van een prothese in één bezoek. We gaan hierbij de prothesekoker direct aanmeten op het lidmaat zelf. Dit kan zowel voor een onderbeenprothese als een bovenbeenprothese.

Voor prothesen van het bovenste lidmaat werken we vandaag meer en meer met 3d-geprinte modellen. Deze productietechniek stelt ons in staat om de pasvorm te optimaliseren door te werken op basis van prototypes. Wanneer de vorm van het prototype optimaal is, kunnen we deze dan gebruiken om een definitief model te maken. Veelal maken we cosmetische prothesen voor de hand of de vingers in silicone.

Prothesen zijn in de eerste plaats functioneel. Samen met u gaan we op zoek naar de juiste componenten voor het juiste gebruik. Verschillende voeten en/of protheseknieën kunnen uitvoerig getest worden, zodat we zeker zijn dat ze zullen voldoen aan al uw noden en behoeften.

Maar we mogen het esthetische aspect ook niet uit het oog verliezen. Afhankelijk van de wensen van de gebruiker zijn er verschillende opties om de prothese af te werken. Dit kan gaan een conventionele schuimmousse tot een levensechte, silicone prothese-cosmetiek. Voor diegenen die wel openstaan voor iets anders, zijn er ook een heleboel 3d-geprinte opties.

Groepsindeling op basis van activiteitenniveau 

De behandelende arts maakt het prothesevoorschrift voor een eerste prothese in samenspraak met de patiënt, de prothesist en de begeleidende therapeuten zodra de doelen en wensen ten aanzien van het mobiliteitsniveau en activiteitenniveau bekend zijn. De wens van de patiënt met een beenamputatie wordt bij het bepalen van het prothesevoorschrift als uitgangspunt genomen. 

De volgende geneesheer-specialisten (een geneesheer-specialist in de orthopedie, of de fysische geneeskunde en revalidatie, of de pediatrie, of de reumatologie, of de neurologie, of de chirurgie, of neuropsychiatrie) kunnen eveneens een prothesevoorschrift opmaken.

Je activiteitsniveau als prothesegebruiker bepaalt de opbouw van je prothese:

  • Groep 1 : Cosmetische beenprothese

Een cosmetische prothese wordt gekozen als er geen vooruitzicht bestaat op een loopfunctie. De cosmetische prothesen worden dan ook gemaakt met de nadruk op een mooi anatomisch afgewerkt been dat door de buitenwereld als een echt been wordt aanzien.

  • Groep 2 : Transferprothese 

Een transferprothese wordt voorzien waar er beperkte vooruitzichten zijn op een loopfunctie. Transferprotheses worden enkel gebruikt voor verplaatsingen van korte afstand, zowel binnen als buiten, met gebruik van loophulpmiddelen. Bij een transferprothese ligt de nadruk voornamelijk op het gemakkelijk en snel aan of uittrekken van de prothese.

  • Groep 3 : Definitieve prothese

U beschikt over een beperkte loopfunctie, maakt gebruik van loophulpmiddelen, maar kunt zich verplaatsen zonder hulp van derden. Daarnaast neemt u deel aan van sociale activiteiten buitenshuis.

  • Groep 4 : Definitieve prothese

U bent actief en kunt stappen met uw prothese zonder loophulp en neemt deel aan sociale activiteiten buitenshuis.

  • Groep 5 : Definitieve prothese

U bent zeer actief, de mogelijkheden van uw prothese moeten beantwoorden aan een looptest zonder loophulp of andere steun. 

Prothesegebruikers onderverdeeld in groepen 3, 4 of 5 komen in aanmerking voor een computergestuurde protheseknie, mits zij voldoen aan de vooropgestelde voorwaarden.

revalidatiecentrum beenprothese

Uit welke onderdelen bestaat een prothese voor het onderste lidmaat?

Een beenprothese bestaat uit verschillende onderdelen. Ieder onderdeel heeft zijn eigen functie welke u de mogelijkheid geeft om terug zelfstandig te functioneren.

Liner: De liner is het belangrijkste onderdeel van uw beenprothese. Dit bevestigingssysteem is een soort kous dat meestal bestaat uit siliconen of een copolymeer. De liner wordt over de stomp gerold en sluit nauw aan. Ze functioneert als het ware als een tussenlaag tussen de huid en de binnenwand van je koker, en zorgt voor een comfortabele drukverdeling in de koker tijdens steunname. Vervolgens zijn er verschillende systemen waarmee de liner zich vastklikt in de prothese, zodat de prothesegebruiker de prothese niet verliest tijdens het stappen.  

  • Prothesekoker: De patient gebruikt de prothesekoker om steun te nemen tijdens de standfase en is door middel van een tube (staaf) verbonden met een prothesevoet. Ingeval van een bovenbeenprothese of een prothese voor een knie-exarticulatie, wordt er eveneens een protheseknie voorzien ter vervanging van het anatomische kniegewricht. De koker zorgt voor steun, stevigheid en krachtopvang van de stomp.
  • Protheseknie: Er bestaan verschillende soorten protheseknieën, waar er een onderscheid gemaakt wordt op basis van constructie (aantal gewrichtsassen) en aansturing. Er zijn knieën die pneumatisch, hydraulisch en computergestuurd zijn. Elke knie heeft vervolgens zijn eigen voor- en nadelen.
  • Prothesevoet: De prothesevoet zorgt een comfortabele en veilige steunname tijdens de standfase. Idealiter gebeurt dit zo fysiologisch mogelijk. Er bestaan verschillende soorten prothesevoeten, afhankelijk van comfort, functie, flexibele beweging en energieopslag.

Prothesen bovenste lidmaat

Bij een amputatie of aangeboren afwijking waarbij een gedeelte van de arm ontbrekend is, bestaan er verschillende soorten armprothesen. Afhankelijk van de hoogte van de amputatie, wordt het amputatieniveau van uw ledemaat bepaald.

In tegenstelling tot prothesen voor onderste ledematen, wordt er bij een armprothese geen voorlopige prothese aangemaakt. Er bestaan verschillende soorten armprothesen.

Cosmetische of passieve armprothese

Een cosmetische armprothese ziet eruit als een gewone arm, maar kan niet of beperkt bewegen. De prothese is bedoeld om uw lichaam compleet te maken maar vergroot ook deels de functionaliteit van uw schouder, bovenarm, onderarm, hand of vinger. Het is een passief systeem dat wordt bediend met uw andere hand. Eenvoudige handelingen zoals duwen, trekken, iets vastpakken of verschuiven wordt hierdoor vergemakkelijkt.

Vaak worden deze prothesen vervaardigt uit silicone, waardoor ze er levensecht uit zien.

Meer en meer maken we ook gebruik van 3D printing om zeer specifieke constructies te produceren. 3D printing stelt ons in staat om via prototypes de juiste positie van de verschillende gewrichten te bekomen in functie van een bepaalde handeling of beweging. Deze prothesen zijn dan met name functioneel en zien er dan niet zo levensecht uit.

Mechanische of lichaamsbekrachtigde armprothese

Met een mechanische of lichaamsbekrachtigde armprothese zorgt u voor het functioneren van de prothese. De prothese kan dan bijvoorbeeld gestuurd worden via banden die over uw schouder lopen. Aan de armprothesen zijn kabels bevestigd die met een schouderbandage om uw gezonde schouder zitten. Hierdoor is de kracht zelfstandig goed te doseren.

Dezelfde principes kunnen toegepast worden voor handprothesen waar de pols de beweging van de vingers aanstuurt.

Myo-elektrische aansturing

U kan ook bij ons terecht voor actieve arm- en of handprothesen met myo-elektrische aansturing. Dit houdt in dat de spieren in uw stomp signalen doorgeven aan de prothese. De prothese zet die signalen om in een beweging die ervoor zorgt dat de vingers, de pols, de hand of de elleboog ook echt mee bewegen. Voor deze prothese is er een goede spiercontrole en voldoende spierspanning nodig. Deze techniek vergt echter veel oefening.